En toen?*

*Als de bezetter is verdwenen.

Tijdens de oorlog dromen veel Schiedammers over vrede. In het geheim
bereiden ze sommige belangrijke zaken vast voor, zoals de voedselvoorziening en hereniging van gezinnen die uit elkaar zijn geraakt.Hoe komt het normale leven weer op gang als het eindelijk zover is?

Nederlands Volksherstel

Direct na de bevrijding ontstaat het Nederlands Volksherstel (NVH), met afdelingen
in verschillende steden. Het kantoor van de Schiedamse afdeling wordt ingericht in
het voormalig St. Jacobsgasthuis, waar nu het Stedelijk Museum Schiedam te vinden
is. De NVH helpt iedereen die terug wil keren naar zijn familie en zorgt voor
medische onderzoeken, financiële steun en de afgifte van verloren bonkaarten of
persoonsbewijzen. Ook verzamelt de NVH informatie over mensen die waarschijnlijk
niet meer terug zullen komen.
 

Mensen moeten soms van ver hun weg terug naar huis vinden. Vaak zijn ze al veel
eerder bevrijd dat hun familie in Schiedam, maar toch duurt het lang voordat ze thuiskomen. Soms moeten ze grote stukken van hun reis te voet afleggen. Tot ze thuiskomen zit de familie in onzekerheid. Wie komt er terug en wie niet?
 
Kunstenaars Herman Seij en Jaap de Raat bedenken tijdens de oorlog een plan om de positie van kunstenaars in Schiedam te verbeteren. Ze willen een vereniging voor kunstenaars oprichten. Niet rondom één stroming, ze vinden dat ieder lid zich vrij moet kunnen ontwikkelen. Direct na de bevrijding roepen ze deze vereniging in het leven en noemen zichzelf: S.’45. Zeventien Schiedamse kunstenaars sluiten zich aan, samen organiseren ze tentoonstellingen die Schiedammers enthousiast
bezoeken.

De vereniging S.’45 blijft tot 1988 bestaan en organiseert regelmatig exposities, waaronder een aantal in het Stedelijk Museum Schiedam. Van een aantal leden neemt het museum werk op in de collectie, waaronder Jaap de Raat, Herman Seij, Herman C.A. Paradies, Goof Smit, Piet Stuivenberg en André en Frits Henderickx.

Jaap de Raat, Schiedam vanaf de molen De Drie Koornbloemen. 1946, collectie Stedelijk Museum Schiedam, objectnummer S-756.]