Aanwinsten voor de collectie*

*Truce Wilmink, Christa van Santen en Ria van Eyk 

In Stedelijk Museum Schiedam is nog tot en met 9 maart 2025 Abstracte kunst van vrouwen, toen en nu te zien. In deze collectiepresentatie staat de abstracte kunst van vier generaties vrouwelijke kunstenaars centraal. Speciale aandacht gaat uit naar de jaren zeventig, de periode waarin een aantal vrouwelijk kunstenaars belangrijke ontwikkelingen in de abstracte kunst aanjaagt. Als bekroning verwerft het museum nu een aantal kunstwerken van drie van de pioniers van deze tentoonstelling. Kunstenaars die zich alle drie in hun tijd ook inzetten voor de zichtbaarheid en waardering van het werk van vrouwen in de kunst. Het gaat om vier zeefdrukken van Ria van Eyk (1938), een sculptuur van Truce Wilmink (1943), en een lichtsculptuur en zes zeefdrukken van Christa van Santen (1932). Daarnaast schenkt Van Santen drie wandreliëfs uit de periode 1975-1980 en Wilmink een video van de protestactie Rechttoe-Rechtaan uit 1975 aan het museum.

Truce Wilmink bij haar werk, New York, 1966, foto Aad Hoogendoorn

Sculptuur van Truce Wilmink
Het complexe lijnen- en vormenspel van het transparante beeld met de titel New York (1966) van Truce Wilmink (1943) tast de grenzen af van wat ruimtelijk mogelijk is. Een uiterst complex en gelaagd beeld, dat tegelijk simpele eenvoud uitstraalt. Wilmink studeert in de jaren zestig aan de kunstacademies van Groningen en Den Haag. In die tijd raakt ze niet alleen geïnspireerd door de grafische kunst van M.C. Escher, maar ook door het werk van Josef Albers en anderen die verbonden zijn aan het Bauhaus, de toonaangevende Duitse kunstopleiding. Wilmink werkt vaak in spiegelend en doorschijnend materiaal, afgezet met opvallende kleurvlakken. Vanaf 1980 is Wilmink voorzitter van de Stichting Vrouwen in de Beeldende Kunst (SVBK), waar zij zich jarenlang inzet om het werk van vrouwen in de beeldende kunst zichtbaar te maken. Wilmink is daarmee een belangrijke stem in de naoorlogse abstracte kunst.

Christa van Zanten, Zonder titel, circa 2010, foto Aad Hoogendoorn

Lichtkunst van Christa van Santen
Christa van Santen (1932) maakt beeldhouwwerken, lichtkunst en documentaires. In de jaren 1960 krijgt Van Santen landelijke bekendheid met de cursus Doen en Zien, waarmee ze een nieuwe manier van kijken naar kunst voor het grote publiek introduceert. In de jaren zeventig maakt ze constructivistisch werk, waaronder wandsculpturen en grafisch werk. Uit deze periode zijn de zes abstracte zeefdrukken, die het museum aankoopt voor de collectie. Daarnaast schenkt Van Santen drie grote wandsculpturen uit de periode 1975-1980, die nu nog niet in de presentatie zijn te zien. In de jaren tachtig ontwikkelt Van Santen zich vanwege haar fascinatie voor licht en architectuur steeds meer tot lichtkunstenaar. Een gedurfde keuze in die tijd. Juist daarom verwerft het museum nu ook een laat werk van Van Santen: een lichtsculptuur bestaande uit twee felblauwe en gele gedraaide vierkanten  (Zonder Titel, 2010), dat een van de eyecatchers van de tentoonstelling vormt. In al die jaren zet Van Santen zich daarnaast ook in om andere vrouwen in de kunst te steunen. Zo is ze in 1977 een van de oprichters van de Stichting Vrouwen in de Beeldende Kunst (SVBK).

Ria van Eyk bij haar werk, Zonder titel, 1975, foto Aad Hoogendoorn

Vier zeefdrukken van Ria van Eyk
In vier kleurtonen toont Ria van Eyk (1938) met de serie tekeningen op zeefdruk getiteld Post Scriptum (1975) een terugkerende abstracte vorm. Daar overheen heeft ze een delicaat raster getekend, waardoor een gelaagd beeld ontstaat. Van Eyk is textielkunstenaar en schilder. In de jaren 1950 studeert ze textiele vormgeving in Eindhoven en volgt tegelijkertijd schilderlessen. Ze werkt daarna enkele jaren in Denemarken en IJsland en bouwt terug in Nederland een oeuvre op van wandkleden, schilderijen, tekeningen en foto’s. Haar werk draait om eenvoud en helderheid, vaak met een duidelijk raster. Later past zij steeds vaker materialen als bladgoud, vulkaanaarde en textiel toe en geeft haar werken daarmee een meer persoonlijke draai. Haar bekendste werk is een later werk, namelijk het monumentale Sterrenhemeltapijt (1996-1998): een enorm vloertapijt in de burgerzaal van het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam. In de collectiepresentatie in het museum is momenteel slechts een zeefdruk van Van Eyk te zien. Met de nieuwe aanwinsten is het grafisch oeuvre van Van Eyk straks beter vertegenwoordigd in de collectie.

Rechttoe-Rechtaan, foto Ria van Eyk

Rechttoe-Rechtaan
In de naoorlogse abstracte kunst speelt de zichtbare werkelijkheid geen rol meer. Het gaat puur om vorm, kleur, compositie en structuur. Vaak wordt deze kunst gezien als een echte ‘mannenstroming’. Het tegendeel is echter waar. Verschillende vrouwelijke kunstenaars drukken in de jaren zestig en verder hun stempel op  de ontwikkeling van abstracte kunst. Alhoewel we nu inzien dat binnen vrijwel alle kunststromingen en -genres vrouwen minder gezien of gewaardeerd werden, lijkt dat bij (constructivistische) abstracte kunst extra hardnekkig. In 1975 leggen negen vrouwelijke constructivistische kunstenaars zich daar niet bij neer en bundelen hun krachten voor de grafiekmap Rechttoe-Rechtaan. ⁠De map met abstracte zeefdrukken is bedoeld als tegenreactie op alle aandacht voor mannelijke abstracte kunst in musea en wordt aangeboden aan museumdirecteuren. Zo ook aan Hans Paalman, directeur van Stedelijk Museum Schiedam tussen 1963 en 1991. Onder hen zijn ook Ria van Eyk, Truce Wilmink en Christa van Santen. Deze map is het vertrekpunt geworden voor de tentoonstelling ‘Abstracte kunst van vrouwen, toen en nu’.

Ruim baan voor vrouwelijke kunstenaars
In Nederlandse museale collecties is het werk van vrouwelijke en non-binaire kunstenaars nog altijd ondervertegenwoordigd. Diverse musea hebben daarom de laatste jaren veel aandacht voor het werk van vrouwelijke kunstenaars. Dat geldt ook voor Stedelijk Museum Schiedam. Sinds 2022 is tenminste 50% van de aankopen van een vrouw of non-binair persoon. Ook terugkijkend naar de kunstgeschiedenis besteedt het museum aandacht aan kunstenaars die ten onrechte niet zijn gezien of gewaardeerd. Daarom zet het museum nu een schijnwerper op het werk van onder meer Ria van Eyk, Christa van Santen en Truce Wilmink, en koopt hun werk aan voor de collectie. Directeur Anne De Haij is blij met het hernieuwde contact tussen het museum en deze groep kunstenaars: “Deze vrouwen streden in de jaren zeventig al voor erkenning van hun werk en aandeel in de ontwikkeling van abstracte kunst. En dat lijkt ruim vijftig jaar later opnieuw nodig. Deze collectiepresentatie zet hun werk weer in de aandacht, maar is meer dan dat: het is de start voor verder onderzoek naar de rol die vrouwen hebben gespeeld in de abstracte kunst van de jaren zestig en verder.”

 

Header: Zaalbeeld Abstracte kunst van vrouwen, toen en nu, 2024, foto Aad Hoogendoorn