Abstracte kunst van vrouwen, toen en nu*
*Uit onze collectie
*Uit onze collectie
Stedelijk Museum Schiedam presenteert met Abstracte kunst van vrouwen, toen en nu een bijzondere collectiepresentatie waarin abstracte kunstwerken van vier generaties vrouwelijke kunstenaars te zien zijn. De oudste generatie is vertegenwoordigd door Lou Loeber, geboren in 1894. De jongste door hedendaags kunstenaars Machteld Rullens (1988) en Elsemarijn Bruys (1989), van wie recent werken zijn aangekocht voor de collectie. Deze presentatie sluit aan bij de tentoonstelling Adya en Otto. Pioniers binnen de avant-garde, waar het museum eerherstel biedt aan Adya van Rees-Dutilh. In dezelfde geest van erkenning brengt Abstracte kunst van vrouwen, toen en nu een eerbetoon aan de vrouwen die in haar voetsporen traden.
Een tijdreis door abstracte kunst
Als het museum in 1954 begint met het verzamelen van actuele moderne kunst uit Nederland richt het zich vooral op jonge kunstenaars en nieuwe richtingen in de kunst. Juist daarom is de abstracte kunst van de jaren zestig en zeventig nu goed vertegenwoordigd in de collectie. In deze kunst speelt de zichtbare werkelijkheid geen rol meer. Het gaat puur om vorm, kleur, compositie en structuur. Veel van deze kunstenaars kijken voor inspiratie naar voorgangers als Mondriaan en Picasso en de kunst van Bauhaus en het Russische constructivisme. Ook Adya en Otto van Rees hebben met hun pionierende werk een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de abstracte kunst.
Maria van Elk, Bij het begin eindigen, door de hoek gerond, 1984, vetkrijt op papier, 42,0 x 59,5 cm, collectie Stedelijk Museum Schiedam
Karin Daan, Zonder titel, 1975, zeefdruk, 65,0 x 65,0 cm, collectie Stedelijk Museum Schiedam
Vrouwen in de abstracte kunst
De naoorlogse abstracte kunst wordt vaak gezien als een echte ‘mannenstroming’. Het tegendeel is echter waar. Verschillende vrouwelijke kunstenaars drukken in de jaren zestig hun stempel op belangrijke vernieuwingen in de kunst. Toch kregen ze daar niet altijd waardering voor; en hun werk is minder bekend dan dat van mannelijke kunstenaars. Ook het werk van Adya van Rees-Dutilh kreeg na haar dood minder waardering dan dat van Otto van Rees. In navolging van het eerherstel dat we Adya bieden in de tentoonstelling Adya en Otto. Pioniers binnen de avant-garde brengen we in deze zaal een eerbetoon aan de vrouwen die in haar voetsporen traden. Ook zij zijn minder gezien en gewaardeerd, en verdienen het om een volwaardige plek in de kunstgeschiedenis te krijgen.
De collectiepresentatie omvat werken van Lou Loeber, Karin Daan (1944), Christa van Santen (1932), Ria van Eyk (1938), Els de Groot (1940), Neeltje Korteweg (1944), Yvonne Kracht (1931), Truce Wilmink (1943), Sonja Vincent-Nienhuis (1928), Greet van Amstel (1903-1981), Corrie de Boer (1932-2023), Maria van Elk (1943), Marijke de Goey (1947), Fatima Barznge (1968), Machteld Rullens (1988) en Elsemarijn Bruys (1989).
Christa van Santen, Gevouwen vierkant, 1975, drukinkt op papier, 66,0 x 66,0 x 65,0 x 65,0 cm, collectie Stedelijk Museum Schiedam
Christa van Santen, Gevouwen vierkant, 1975, drukinkt op papier, 66,0 x 66,0 x 65,0 x 65,0 cm, collectie Stedelijk Museum Schiedam
Header beeld: Elsemarijn Bruys, WARP, 2024, collectie Stedelijk Museum Schiedam, foto: We Document Art Ben Van den Berghe, courtesy Contour Gallery