Yvonne’s saté van geitenvlees

“Dit recept komt van mijn moeder en tante die in het Japanse interneringskamp een receptenschrift maakten, om ten tijde van honger en ellende te fantaseren over lekker eten.”

 

”De Japanse bezetting van Nederlands-Indië duurde van 1942 tot 1945. Daarvoor woonden mijn moeder, haar oudere zus en haar twee broers met hun ouders in Madioen. Toen de oorlog uitbrak werden de mannen van de vrouwen gescheiden en werden 5000 vrouwen en kinderen geïnterneerd in “De Wijk”. De vrouwen in het kamp moesten werken voor de Japanners, leden honger en werden met geweld in bedwang gehouden. Er was niets te eten, maar erover dromen kon wel. Vrouwen wisselden recepten uit en schreven ze in schriftjes op. Toen mijn tante Fien, mijn moeders oudste zus, overleed, vond mijn moeder het receptenschrift uit hun kamptijd. Toen mijn moeder overleed in 2018, kwam het schrift in mijn bezit.”

 

”Is dit nu ons favoriete familiegerecht? Nee, niet echt, want twee van mijn drie broers en ikzelf zijn vegetariër. Gelukkig staan in het schrift ook veel lekkere vegetarische recepten. Maar ik hoop dat dit recept inspiratie geeft voor de vleeseter om eens geitenvlees op het menu te zetten. In Nederland wordt namelijk weinig geitenvlees gegeten. Eigenlijk vreemd. Want omdat we wel geitenmelk drinken en geitenkaas eten zijn er jaar lijks meer dan 200.000 geitenlammetjes ‘over’.

 

Ingrediënten:
1 kilo geitenvlees

 

Voor de marinade:
100 gram santen
1 theelepel trassi
5 eetlepels ketjap
2 eetlepels tamarindepasta
4 centimeter gember
2 teentjes knoflook
1 ui
2 djeroek poeroet blaadjes
zout naar smaak
satéprikkers

 

Voor de satesaus:
2 rode pepers
1 teentje knoflook
1 theelepel trassi
4 eetlepels pindakaas
1 eetlepel pinda- of zonnebloemolie
5 eetlepels ketjap
2 eetlepels goela djawa
1
/2 limoen 

 

Bereidingswijze: 

Snijd het vlees in blokjes van 12 centimeter. Verkruimel de santen en trassi en roer met de ketjap en tamarinde tot een sausje. Snijd de djeroek poeroet in stukjes, hak de gember, knoflook en ui fijn en meng erdoor. Breng deze marinade op smaak met zout en schep het geitenvlees erdoor. Laat minstens 5 uur marineren. Week de satéprikkers in water, verwarm de oven tot 250°C en prik het vlees op de stokjes. Hak voor de satésaus de pepers, knoflook en trassi fijn. Meng alle sausingrediënten erdoor en roer op laag vuur tot een egale saus ontstaat. Leg de satéstokjes op een bakplaat naast elkaar en bak ongeveer 7 minuten. Serveer het vlees met de satésaus. Lekker met witte rijst en een groentegerecht