Het verhaal van Yvonne*
*Borduren in het vrouwenkamp tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.
*Borduren in het vrouwenkamp tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.
Het gezin Swartz woonde in Malang, Midden-Java. Toen de oorlog begon werd het gezin, een gezin met 4 kinderen van elkaar gescheiden. Haar oudste broer en haar vader moesten elders dwangarbeid verrichten en verbleven in zogenaamde mannenkampen. Mijn oma bleef met haar oudste dochter Fien, mijn moeder Joke en haar jongste zoon Hans in het vrouwenkamp. Om de moed erin te houden werd er veel getekend en geborduurd op zakdoeken en lakens.
Hard werken en slecht eten
Het gezin van mijn moeder verbleef in diverse kampen: de Wijk in Malang tot 1943, Kamp Ziekenzorg in Solo, tot 1945 en tenslotte Banjoebiroe Kamp 10 . Daar waren ongeveer 2100 vrouwen en kinderen samengebracht. Iedereen kreeg een kampnummer. Ze moesten werken op het land, kregen slecht te eten. Om de honger te vergeten schreven ze recepten voor elkaar op in schriftjes, vaak met illustraties erbij. Het receptenboekje van mijn oma is bewaard gebleven. Soms moesten ze uren in de brandende zon op appèl staan en diep buigen voor de Japanners.
Vanwege de slechte omstandigheden waren er vele tropische ziekten, zoals dysenterie. Ook mijn moeder bleef hiervan niet gespaard.
Kerst in het kamp
Het kerstfeest van 1943 was voor mijn oma aanleiding om bijgaand borduurwerk te maken. Die dag zouden er aardappelen en vlees beschikbaar zijn. Daar moesten ze wel zelf voor betalen.
Tijdens de voorbereidingen van dit kerstfeest ging het gerucht dat de Kempetai (Japanse politie) meisjes tussen de 16 en 20 jaar wilden ophalen. Mijn oma was doodsbang dat ook haar toen 19 jarige dochter Fien meegenomen zou worden door de Japanners. Inderdaad bleek dit gerucht waarheid te zijn.
De Hollandse kampleiding, zuster Smit wilde het niet, maar zij werd gedwongen om de volgende dag aan te treden met deze meisjes op het voorplein. Zuster Smit ging alle afdelingen af en zorgde ervoor dat de meisjes zich konden verstoppen. De meisjes werden uiteindelijk niet meegenomen en zijn een vernederend lot als troostmeisje bespaard gebleven.
Op internet zijn meerdere herinneringen over deze gebeurtenis te lezen. In één versie is het de commandant van de kampbewaking die geen toestemming gaf om de meisjes uit het kamp te laten gaan, in een andere versie wordt dokter Engels, een vrouwelijke arts die de Kampzuster Smit bijstond, na verweer doodgeknuppeld door de Kempetai.
Het einde van de oorlog, of toch niet?
In de kampen circuleerden geruchten dat het einde van de oorlog nabij was, maar de capitulatie van Japan gebeurde pas op 15 augustus 1945, na de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki. Na de bevrijding was het leed nog niet geleden. Daarna brak de Bersiaptijd aan. Indonesiërs wilden onafhankelijkheid, maar Nederland accepteerde dit niet. Beide partijen gebruikten veel geweld, totdat Nederland onder internationale druk de Indonesische onafhankelijkheid in 1949 erkende. Uit veiligheidsoverwegingen konden de gevangenen het kamp nog niet verlaten. Het gezin van mijn moeder vertrok op eigen risico terug naar Malang. Daarvoor moesten ze aan ‘aanvraag tot vrijlating’ indienen. In Malang verbleven ze nog in het oude kamp de Wijk, waar ze aan het begin van de oorlog waren opgesloten. Na de oorlog was het een beschermingskamp tegen de gewelddadige vrijheidsstrijders. Een jaar later, in 1946, vertrok het gezin Swartz met de boot naar Nederland.
Bronnen